dinsdag 18 oktober 2011

Inleiding

Hier vindt u het verslag van onze reis in 2004. Wij reden van Denver naar San Francisco, via een aantal nationale parken zoals Rocky Mountain NP, Yellowstone NP en Yosemite NP.
We hadden een auto gehuurd en logeerden in motels of in cabins op een camping.
Door te klikken op de kleine kaartjes en foto’s kun je een grotere versie zien. Aan het eind van het verslag (bij 7 augustus) staat een overzicht van de gereden kilometers en de kosten.

9 juli Amsterdam - Denver


9 juli
Van Amsterdam naar Denver
Overnachting: Fairfield Inn Denver Airport, 66 dollar

Na maandenlange voorbereiding is het vandaag zo ver. We gaan op vakantie naar Amerika. Net zoals twee jaar geleden hebben we de avond ervoor broodjes voor in de trein klaar gemaakt, en net zoals twee jaar geleden vergeten we ze 's morgens vroeg mee te nemen. Ontdekten we dit de vorige keer pas op het station, deze keer komen we er bij de tramhalte al achter. Met een enorme sprint kan Martin ze nog net ophalen voordat de tram komt. De hele reis naar Schiphol, tram en trein, heeft hij vervolgens nodig om uit te puffen.
We vliegen met British Airways via Londen naar Denver. Ze hebben een aparte incheckbalie en dat gaat vlot. Een kwartiertje wachten in de rij. Ook de douane en de veiligheidscontrole kosten een kwartiertje. We drinken een kopje koffie en dan gaan we naar onze pier. Na een tijdje komt ons vliegtuig er aan en we zien hoe de koffers van de vorige vlucht uitgeladen worden. Als je ziet hoe daar mee omgegaan wordt, weet je gelijk weer waarom het verstandig is om geen breekbare dingen in de koffer te stoppen. Als ze vervolgens de koffers van onze vlucht gaan inladen, zien we onze blauwwitte koelbox voorbijkomen.
We vertrekken te laat vanuit Schiphol maar we hebben 3 uur de tijd om over te stappen op de vlucht naar Denver en dat is voldoende. Op Heathrow maakt Judith van de gelegenheid gebruik om even te MSN-en. Bij het inchecken in Londen voor de vlucht naar Denver wordt onze handbagage aan een inspectie onderworpen. Martin bedenkt ter plekke dat hij een nageletui met een schaartje en een scherpe lange nagelvijl in zijn toilettas heeft laten zitten, maar gelukkig voor ons wordt deze over het hoofd gezien.
Alle stoelen in het vliegtuig hebben hun eigen tv-schermpje. Judith kijkt drie keer naar dezelfde film. We komen in Denver om ongeveer 18.30 uur plaatselijke tijd aan. Alle bagage is meegekomen. Later horen we dat dat wel eens mis gaat bij BA.
Bij Alamo halen we de auto op. We hebben een minivan gehuurd. Alles is al in Nederland betaald. Het enige wat we nog extra moeten betalen zijn de achterlatingkosten van 200 dollar omdat we de auto niet terugbrengen naar Denver maar deze in San Francisco zullen achterlaten. We mogen op het parkeerterrein bij de minivans zelf een auto uitzoeken. Het wordt een lichtblauwe Dodge Grand Caravan (Chrysler Voyager). Hij heeft twee achterbanken en daarachter nog bagageruimte. Al onze bagage gaat er dan ook met gemak in. De middelste bank bestaat uit twee stoelen. De koelbox past er naast, wat wel zo praktisch is, want daar kunnen we nu onderweg gemakkelijk bij. De tweede achterbank gebruiken we de rest van de reis als opslagplaats, al zijn de spullen die daar liggen wat moeilijker bereikbaar. Maar verder zijn we allemaal enthousiast over de auto, en na wat dingen uitgeprobeerd te hebben rijden we naar ons motel.
Het motel blijkt samen met een groep andere motels op een paar kilometer afstand van het vliegveld te liggen, echt in the middle of nowhere. Er is geen restaurant te bekennen, wel is er de mogelijkheid om wat te laten bezorgen, maar eigenlijk hebben we geen honger, en na wat oefeningen te hebben gedaan in de exercise room duiken we in bed. Het is inmiddels half tien plaatselijke tijd (5.30 uur Nederlandse tijd). We hebben een lange dag achter de rug.

10 juli Denver - Estes Park

10 juli
Van Denver naar Estes Park
Overnachting: KOA Cabin, 64 dollar
Afstand 104 km



Om 6.15 uur zijn we wakker en we duiken met z'n allen de exercise room in totdat het tijd is om te ontbijten. We hebben een gratis uitgebreid continental breakfast. Je kunt zelf wafels bakken en er zijn gekookte eieren. Verder de gebruikelijke zoete broodjes, die we de rest van de vakantie nog veel zullen tegenkomen. Vandaag is het een rustige dag, er staat ongeveer 100 km op het programma naar Estes Park. We rijden via Boulder en het plaatsje Nederland. Omdat we in Boulder niet direct de goede afslag hebben maken we een kleine sightseeingtour door Boulder.
Vervolgens rijden we van Boulder naar Nederland. De omgeving is prachtig. We pauzeren onderweg langs een rivier. Hier wordt druk gesport, we zien veel fietsers en bij de rivier zijn mensen bezig om met een kabel de rivier over te steken. Verderop wordt er geklommen.

Bij Nederland maken we de verplichte foto ("Welcome in Nederland"). Het is één van de twee plaatsjes Nederland in Amerika. Ook in Texas ligt een Nederland.


Dan verder naar Estes Park. Onderweg zien we al een afslag naar het Rocky Mountain NP. Wij bewaren het park voor later die middag, eerst onze cabin opzoeken op de KOA in Estes Park waar we tegen enen aankomen. De KOA ligt iets buiten het dorp, aan de oostkant. De afstand naar het park bedraagt echter maar een paar mijl. Onze cabin ligt pal aan de doorgaande weg, dat is iets minder. We hebben een cabin met 2 kamers. We kopen een KOA Value Card, zodat we op deze en volgende overnachtingen 10% korting krijgen. Als echte Nederlanders hebben we al uitgerekend dat we de kosten van deze Value Card wel terug zullen verdienen. De cabins zijn niet echt heel goedkoop (tussen de 40 en 70 dollar), maar het is wel lekker dat de kinderen niet alleen hun eigen kamer hebben maar ook elk hun eigen bed (in de vorm van een stapelbed). Ook hebben we op de campings de mogelijkheid om zelf te koken en ons ontbijt klaar te maken. We hebben een gasbrandertje, pannen, borden, bekers en bestek meegenomen. Voor de cabins moet je je eigen beddengoed meenemen. Wij hebben lakenzakken en slaapzakken bij ons, maar meestal is het zo warm dat we alleen de lakenzak gebruiken.
's Middags rijden we, via een supermarkt (Safeways), waar we sandwiches en drinken inslaan, naar het park om ons alvast te oriënteren. De lucht ziet er dreigend uit. Bij de ingang kopen we een National Parks Pass; voor 50 dollar mogen we nu gedurende 1 jaar met de hele familie alle nationale parken gratis bezoeken.
Via http://www.nps.gov/ kun je per park zien wat de entreekosten zijn en kan je berekenen of de aanschaf van een Pass voordelig is. Bij binnenkomst in een park moet je je pas en een legitimatiebewijs laten zien, want de pas staat op naam. Inmiddels is het gaan onweren en regenen, het is nog even een klus om de ruitenwissers voor en achter te vinden. Helaas krijg je bij de huurauto's geen instructieboekje mee, het duurt daarom een tijdje voor we alle snufjes ontdekt hebben (en waarschijnlijk hebben we ze niet eens allemaal ontdekt). Zo hadden we een boordcomputer aan boord en ontdekte Martin pas na twee weken dat als hij op een bepaald knopje drukte de temperatuur niet meer in Fahrenheit maar in Celsius werd weergegeven.

We twijfelen of we met dit weer wel het park in moeten gaan, maar de ranger bij de ingang vertelt dat het weer hier in de bergen snel om kan slaan, dus we besluiten ondanks het onweer toch nog maar een stukje park te verkennen. En inderdaad, als we naar het westen rijden klaart het weer snel op, en kunnen we even later onder een stralend zonnetje bij een van de vele uitzichtpunten toch nog van onze picknick genieten.








Omdat we nog aan de hoogte moeten wennen, hebben we deze middag geen wandeling gepland maar als we vanaf de Trail Ridge Road omhoog kijken, zien we sneeuw liggen. Judith wil er direct naar toe. We besluiten om er toch naar toe te klimmen. We zijn nu op een hoogte van ongeveer 3700 meter. Marijke is moe en blijft in de auto. Judith klautert als een berggeit omhoog. De oudjes komen er hijgend en puffend achteraan. Later worden we gestraft voor deze inspanning. We krijgen allebei een enorme hoofdpijn. Waarschijnlijk hoogteziekte als gevolg van een te plotselinge overgang naar grote hoogte. Gisteren liepen we nog op zeeniveau. Ongeveer één op de vier toeristen krijgt er last van. Weliswaar hebben we aardig wat water gedronken, maar misschien is het toch niet genoeg geweest.
Veel zin om nog uitgebreid uit eten te gaan, hebben we niet, dus we houden het maar bij een bezoekje aan de McDonalds (nog maar twee dagen hier en nu al naar de Mac, gaat dat de hele vakantie zo door?). De kinderen vinden het echter wel een goed plan.

11 juli Estes Park

11 juli
Estes Park
Overnachting: KOA Cabin, 64 dollar
Afstand 30 km


De kinderen zijn al om half zes wakker en wij dus ook. We blijven nog even liggen, maar om 7.00 uur zijn we klaar om bij The Egg & I te gaan ontbijten. Het is er op dat tijdstip al druk en we moeten zelfs even wachten op een tafeltje. De menukaart is ongelooflijk uitgebreid, eieren in allerlei variaties. Naast de standaard "your choice of eggs" met bacon of sausages en hash browns, ook diverse omeletten, Mexicaanse gerechten, pancakes en zelfs nog wat gerechten zonder ei. Het restaurant is leuk ingericht, met veel kip- en ei-versieringen.


Na een bezoek aan de Safeway waar we broodjes en drinken kopen, rijden we weer het park in, deze keer naar het zuiden. We willen een rangerpraatje bijwonen (nodig voor het Junior Ranger Program waar Marijke aan mee doet én omdat we het altijd leuk vinden om op die manier iets over een Nationaal Park te leren) en we hebben gekozen voor de "The importance of being a beaver" die om 10 uur begint. We zijn iets te vroeg bij de ontmoetingsplaats, maar al snel komt de vrouwelijke ranger er aan en langzamerhand komen er meer belangstellenden bij - voornamelijk families met kinderen.
Aan de hand van een bevervacht krijgen we bij het startpunt al veel wetenswaardigheden te horen over bevers en daarna vertrekken we voor een korte wandeling langs een riviertje, waarin meerdere beverdammen te zien zijn.


Hoe verder stroomopwaarts, hoe groter de dammen worden. We hebben geluk want bij de laatste dam, waar ook een bever"lodge" is gevestigd, zien we een drietal bevers zwemmen.
Het is leuk om te horen hoe belangrijk de bevers zijn voor het instandhouden van de "wetlands" en daarmee voor de aanwezigheid van een grote variëteit aan wild. Helaas wordt dit alles niet alleen bedreigd door de mens maar ook door de herten die met de bevers concurreren om de boomschorsen als voedsel.

Na de beaver walk hebben we een wandeling om het Bear Lake gepland. De toegangsweg naar Bear Lake is afgesloten wegens werkzaamheden en we moeten gebruik maken van een shuttlebus die vanaf een parkeerterrein vertrekt. Helaas blijkt het parkeerterrein helemaal vol te zijn. We rijden naar een ander parkeerterrein, bij de Glacier Basin Campground, waar we een broodje eten. We merken wel dat we erg lang op ons Amerikaanse ontbijt kunnen teren, erg veel honger hebben we nog niet. We zullen dan ook de rest van de vakantie nauwelijks lunchen, meestal eten we tussen de middag wat fruit, soms aangevuld met wat koekjes. Omdat we nu eerst met de reguliere bus weer naar het andere parkeerterrein moeten voor de shuttle zijn we aardig wat tijd kwijt voor we bij het Bear Lake zijn. Het is een klein meer, omringd door bergtoppen, met prachtige uitzichtpunten. We lopen eromheen, langs een vlak pad en ondanks de drukte is het zeer de moeite waard. 



Als we weer terug zijn bij de auto besluiten we een manege op te zoeken, want de kinderen willen graag paardrijden in Amerika. Moeder moet mee als begeleider. We komen een manege tegen op weg naar de uitgang van het park. Helaas kun je er alleen maar tochten van 2 uur maken en dat vind ik wat te veel voor iemand die in meer dan 30 jaar niet gereden heeft. We besluiten het te proberen bij de stal naast onze camping. Nadat Marijke bij het Visitor Center haar junior Ranger button heeft afgehaald rijden we het park uit richting Estes Park. Bij deze manege heb je ritten van een uur. De dames melden zich aan (Martin is niet te vermurwen) en we kunnen bijna meteen vertrekken. Het is een rustig ritje, we zijn maar met z'n drieën plus een begeleidster. Het is aardig om te zien hoe snel je echt buiten de bebouwing bent. Dit terwijl we toch vlak bij Estes Park blijven. Het is even wennen aan de Amerikaanse manier van rijden; de teugels worden in één hand vastgehouden, met de andere kun je desgewenst de zadelknop vasthouden.


12 juli Estes Park - Hot Springs

12 juli
Van Estes Park naar Hot Springs
Overnachting: KOA Cabin, 39 dollar
Afstand 538 km



Vandaag een behoorlijke afstand, voor een deel in het spoor van de Oregon Trail. We pakken eerst in en gaan dan ontbijten. Wederom bij The Egg & I, het is ons goed bevallen en het ligt op onze route.
Richting Fort Collins volgen we een rivier langs de Hwy 34. Het wemelt hier van de overnachtingsmogelijkheden, veelal cabins die er allemaal even leuk uit zien. Het is hier een paradijs voor sportvissers.
In Fort Collins bezoeken we het kantoor van de AAA. We zoeken wat kaarten van een aantal staten uit (gratis op vertoon van je ANWB ledenpas) en als de dame achter de kassa hoort waar we allemaal heen gaan, komt ze nog met plattegronden en een erg handige kaart van Yellowstone en de Grand Tetons aanzetten. Voor de kinderen (en ook een beetje voor onszelf) kopen we een puzzel met alle staten. Erg leerzaam; in het westen zijn we aardig bekend, maar de overige staten zijn voor ons nog onontgonnen terrein.
We volgen de Insterstate 25 naar het noorden. Ter hoogte van Guernsey slaan we af naar het oosten. Bij Guernsey bekijken we de sporen die de huifkarren 150 jaar geleden daar gemaakt hebben en die nog steeds zichtbaar zijn.

Dit is een stuk van de Oregon Trail, de route die de landverhuizers namen op weg naar goud en geluk in het verre westen. Iets verder nar het oosten zijn rotswanden waar de reizigers hun naam in graveerden. Er is een stuk achter gaas, waar de echt oude inscripties staan, verderop staan ook recentere namen. Grappig dat het schrijven van je naam in een boom of rots 150 jaar geleden ook al voor kwam.


Daarna rijden we door naar Fort Laramie. Dit fort diende eerst militaire doeleinden maar werd later een handelspost waar pelsjagers en indianen hun spullen kwamen ruilen. Ten tijde van de tochten naar het westen konden de vermoeide reizigers hier even bijkomen en eten inslaan.
Vanuit Wyoming rijden we South Dakota in. Mocht je er op uit zijn om zoveel mogelijk staten aan te doen, dan ligt hier je kans; Nebraska ligt vlak om de hoek. De wegen zijn hier rustig, we rijden door kale heuvels, slechts hier en daar staan wat bomen, meestal langs een (uitgedroogd) beekje. Soms zien we wat vee, maar veel is het niet.
In Hot Springs hebben we weer een KOA-cabin, dit keer een cabin met één kamer. Hier zullen we één nacht blijven. Als het goed is ontmoeten we hier Arnout, een collega van ons, die met vrouw en kinderen op familiebezoek in Amerika is en daar een rondreis aan vastgeknoopt heeft.
Als we bij de receptie informeren naar de cabin waar "die andere Nederlanders" zitten weten ze te vertellen dat de familie op stap is. Jammer, het is etenstijd en het was wel leuk geweest om samen te eten. Het blijkt dat de mogelijkheden om te eten hier zeer beperkt zijn, eigenlijk moeten we terugrijden naar Hot Springs, maar daar hebben we niet meer zoveel zin in.
De winkel op de camping biedt wel wat mogelijkheden, we schaffen een propaanfles aan en gaan voor een macaronimaaltijd met saus uit een potje. Als we willen afwassen blijkt dat er geen afwasplekken op de camping zijn. Bij de receptie horen we dat de mensen die zelf koken met een camper zijn en dus hun eigen afwasgelegenheid hebben. We spoelen de pannen maar af onder de waterkranen die overal op de camping staan.
Na het eten komen Arnout en familie langs. Ze hebben er al een hele week opzitten en erg veel familie bezocht. Waarschijnlijk gaan ze nog door naar Montana waar ze uitgenodigd zijn door een tot dan toe onbekende neef. Wat zijn Amerikanen toch gastvrije mensen! Ze hebben besloten nog een dag langer te blijven in Hot Springs, de camping bevalt goed. Het is inderdaad een prachtige camping, met veel bomen en eekhoorns. Wij willen ook nog wel wat langer blijven, maar de camping in Hill City lijkt ook mooi, dus wij beginnen 's avonds al weer met inpakken. We draaien in de laundry op de camping onze eerste was van de reis. Martin raakt in gesprek met een bejaard Australisch stel dat bezig is met een wereldreis van een jaar.

13 juli Hot Springs - Hill City

13 juli
Van Hot Springs naar Hill City
Overnachting: KOA Cabin, 69 dollar
Afstand 72 km



Wij ontbijten eenvoudig met brood met pindakaas en jam. Het blijkt erg moeilijk te zijn om lekker brood te vinden, alles smaakt veel te zoet. Eigenlijk moet je ook geen brood eten, maar gewoon lekker eieren en spek gaan bakken.
Na het ontbijt spelen we een rondje midgetgolf. Er ligt een mooie baan met allerlei westernattributen als hindernissen. Op weg naar het bij Mount Rushmore gelegen Hill City, bekijken we onderweg de mammoetskeletten waar Hot Springs beroemd om is.
In 1974 zijn hier bij bouwwerkzaamheden verschillende skeletten gevonden. Toen bleek dat er veel skeletten van mammoeten bij zaten is de bouw gestopt en het bouwproject afgeblazen. Vanaf die tijd wordt er hard gewerkt om zoveel mogelijk skeletten bloot te leggen. Op het gebied is inmiddels een tentoonstellingsgebouw gezet. Er worden rondleidingen gegeven waarbij je over een soort boardwalk over de vindplaats loopt. Je hebt daardoor een goed zicht op de vondsten (deze laten ze na het blootleggen in de grond zitten) en op de mensen (veel vrijwilligers) die met minuscuul gereedschap bezig zijn de grond verder open te werken. Behalve mammoeten zijn er ook beren en andere zoogdieren gevonden. Alle dieren zijn omgekomen door verdrinking in een warme bron die hier vroeger was. Het warme water oefende een grote aantrekkingskracht uit, maar de steile wanden die de bron had, maakten het de dieren onmogelijk om weer uit het water te komen. Het water werd in de loop van eeuwen verdrongen door zandafzetting waardoor de overblijfselen bewaard bleven.

Na Hot Springs rijden we naar het Crazy Horse Memorial, het levenswerk van de beeldhouwer Korczak Ziolkowski die in 1939 door de indianen van de Dakota-stam werd gevraagd Crazy Horse in de Black Hills van South Dakota te beeldhouwen. In 1947 arriveerde Korczak in de Black Hills om de uitnodiging te aanvaarden, en in 1949 begon het project daadwerkelijk. Korczak voorzag dat zijn vrouw en hij het niet mee zouden maken dat het beeld af zou zijn en daarom liet hij 3 boeken na met daarin gedetailleerde instructies hoe het beeld afgemaakt moest worden.
Crazy Horse was gekozen als het symbool voor de strijd van de Indianen. Hij was, samen met Sitting Bull, de aanvoerder van de indianen die in 1876 bij Little Big Horn het Amerikaanse leger dat onder leiding stond van generaal George Custer in de pan hakten. Nadat hij later alsnog van zijn land verdreven was, werd hen gevraagd naar waar zijn land nu was. Hij antwoordde: "My lands are where my dead lie buried". Hij werd gedood door een Amerikaanse soldaat in 1877 op ongeveer 35-jarige leeftijd.
Korczak wilde voor het project geen geld van de belastingbetaler; hij wilde voor het Crazy Horse Memorial alleen geld ontvangen van mensen die daadwerkelijk geïnteresseerd zijn. Om publiek (en donaties) te trekken is er een enorm complex gebouwd met musea, giftshops, restaurants. Korczak stierf in 1982. Zijn werk wordt voortgezet door zijn vrouw Ruth en zeven van hun kinderen. Momenteel is alleen het gezicht klaar. Dat is groot. Alle vier de hoofden van de presidenten van Mount Rushmore passen er in. De verwachting is dat het nog wel 50 jaar gaat duren voordat het hele beeld af. Judith neemt zich ter plekke voor om er tegen die tijd nog een keertje te komen kijken.



  Crazy Horse

We overnachten op de KOA-camping bij Hill City. Het is een grote camping, de grootste die we tot nu toe in Amerika tegengekomen zijn. Hij is zelfs zo groot dat we met de auto naar de campingwinkel rijden om boodschappen te doen. Er zijn twee zwembaden, waarvan er een helaas dicht is. De andere heeft een glijbaan waar je voor moet betalen. We eten bij het restaurant op de camping. Wij gaan voor een steak, en de kinderen kiezen wat uit van het buffet. Na het eten is er buiten in een soort theater een optreden van twee country zangers. Tussendoor vertellen ze grappige anekdotes.

14 juli Hill City

14 juli
Hill City
Overnachting: KOA Cabin, 69 dollar
Afstand 75 km


We zijn vroeg op pad. Het plan is om bij Mount Rushmore National Memorial te ontbijten. Vanaf de camping is het maar een paar kilometer rijden. Er zijn grote parkeerplaatsen. Omdat we vroeg zijn, staan we aardig dicht bij de ingang. Aangezien Mount Rushmore onderdeel is van de National Park Services kunnen we ook hier gebruik maken van onze pas. Er is een visitor center maar we lopen eerst door naar het restaurant. Dit blijkt een enorme zaal te zijn, in cafetaria-stijl. We gaan voor een Rushmore ontbijt; roereieren, sausages en hash browns voor slechts $ 3,50. Vanaf de eetzaal hebben we een goed uitzicht op de vier presidenten. De zaal zelf wordt opgesierd door vlaggen van alle staten. Hier kan elke Amerikaan zijn hart ophalen.

Na het ontbijt lopen we langs de Avenue of the Flags naar The Presidential Trail, het pad dat voor het monument langs loopt. Onderweg komen we Lincoln tegen, althans iemand die zich heeft uitgedost als Lincoln. Martin en Marijke gaan met hem op de foto.
Daarna nemen we nog een kijkje in de werkplaats van Borglum, de beeldhouwer die de beelden in de rots ontworpen heeft. Hier zien we de oorspronkelijke opzet: de vier presidenten incl. bovenlijf. Door geldgebrek zijn uiteindelijk alleen de hoofden gerealiseerd. Ook blijkt dat Jefferson eerst rechts van Washington (voor de kijkers links) was gepland. Na zo'n twee jaar werk aan het hoofd bleek dat het graniet te veel scheuren vertoonde en besloot men alles weg te halen en opnieuw te beginnen aan de andere kant van Washington.




Na Mount Rushmore rijden we via het Custer State Park terug naar de camping. Een schitterende route. We zien bizons, herten en wilde ezels. Het laatste stuk door de Needles is erg indrukwekkend. Grijze rotsen in prachtige naaldvormige figuren. Een paar keer moeten we door een zeer smalle tunnel waar auto's elkaar niet kunnen passeren. Het is een kwestie van langzaam rijden en goed uitkijken of er geen tegenligger aankomt. Enige kilometers voor de camping ligt het Sylvan Lake. We besluiten hier nog even rond te lopen en de kinderen willen zwemmen. Het is een prachtig meer en de kinderen zijn dan ook niet de enigen die even een duik willen nemen, Het kost moeite om een parkeerplaats te vinden, maar uiteindelijk lukt het toch. De kinderen kleden zich om en gaan zwemmen.


Wij gaan ondertussen een rondje om het meer lopen. We hebben echter nog geen 500 meter gelopen of de lucht wordt opeens vreselijk donker. We gaan meteen terug naar het strandje waar de kinderen zijn. Deze zijn inmiddels ook al het water uitgegaan. Op een holletje rennen we allemaal naar de auto en we hebben de deuren nog niet achter ons dicht gedaan of het onweer en de regen barsten in alle hevigheid los. Als de ergste regen voorbij is, rijden we terug naar de camping.